“Et si on plantait Seyssuel?”
Rond het Franse Vienne, 30 kilometer ten zuiden van Lyon, werd in de tweede eeuw v.C. al wijn verbouwd door de Romeinen. Op ansichtkaarten uit de negentiende eeuw zijn op beide oevers van de Rhone nog vele hectaren wijngaarden te zien. Aan het begin van de twintigste eeuw sloeg de Phylloxera toe, samen met oorlog en economische crisis, en de wijnbouw in de streek decimeerde. Van grote namen als Côte Rotie en Condrieu bleef in de jaren 1970 nauwelijks iets over, tot enkele visionaire wijnmakers opnieuw wijnstokken aanplantten…. Zij het alleen op de rechteroever van de Rhone, in Seyssuel op de linkeroever gebeurde er niets.
Tot in 1996. Yves Cuilleron, François Villard en Pierre Gaillard wisten de oude wijnbouwterassen op de hellingen in Seysseul nog liggen. Op een mooie dag in vroeg Cuilleron langs zijn neus weg aan zijn vrienden “Et si on plantait Seyssuel?” Het was snel beklonken, en zo begonnen ze onder de naam “Vins de Vienne” de oude terrassen vrij te maken en te beplanten met wijnstokken. De eerste oogst was er in 1998. Zes jaar lang waren zij de enige wijnbouwers in Seyssuel, en bleef de wereld tamelijk onverschillig tegenover hun wijn. Maar langzaamaan kwam daar verandering in. Andere wijnbouwers begonnen de oude wijngaarden op de linkeroever van de Rhone opnieuw te gebruiken, zodat er nu zeventien wijnmakers zijn met in totaal zo’n veertig hectare wijn.
De Vins de Viennes zijn ondertussen een succesverhaal. Sinds 2012 hebben de wijnen van Seyssuel de IGP “collines rhodaniennes”. Volgens de meeste kenners is de kwaliteit zondermeer te vergelijken met de Côte Rotie en de Condrieu, al zorgt de iets andere bodemsamenstelling voor meer frisheid. De originele wijnen van Vienne kregen de Latijnse namen Heluicum, Sotanum en Taburnum, volgens de makers namen die al in de eerste eeuw door Plinius de Oudere gebruikt werden in zijn beschrijvingen van de wijnen van Seyssuel.
Die originele wijnen vindt u natuurlijk bij Paradisi, net als verschillende andere Vins de Vienne!