Nee, dat is geen oud spreekwoord, al klinkt het daarvoor cliché genoeg. Maar in de Franschhoek in de Zuid-Afrikaanse West-Kaapprovincie was het wel waar.
In de zeventiende eeuw was Zuid-Afrika nog een Hollandse kolonie. De toenmalige gouverneur zag de vallei van Olifantshoek als een ideale plaats voor wijnbouw, maar hij kende geen mensen die daar verstand van hadden. Hij vroeg dus aan de Verenigde Oost-Indische Compagnie om deskundige wijnbouwers te sturen om het land te bewerken.
Rond die tijd waren veel Franse hugenoten – protestanten – naar Holland gevlucht voor de repressie. De Franse koning Lodewijk XIV had in 1685 immers het Edict van Fontainebleau uitgevaardigd. Daarmee ontnam hij de protestanten het recht om hun godsdienst te belijden en keurde hij hun onderdrukking in de praktijk goed.
Op 31 december 1687 vertrok het eerste schip met Franse hugenoten uit Holland naar Kaapstad. Er zouden nog verschillende schepen volgen. De vallei van Olifantshoek werd al snel omgedoopt tot Franschhoek, “de Franse hoek” in het Afrikaans, en van daaruit verspreidde de wijnbouw zich in Zuid-Afrika. Al moet u niet denken dat de Franse hugenoten er helemaal vrij waren: hun eigen taal spreken mochten ze niet.
Tot zover de clichés. Black Elephant Vintners in Franschhoek strijden daar juist tegen. Kevin Swart (the black), Raymond Ndlovu (the elephant) en Jacques Wentzel (the vintner) willen naar eigen zeggen “de grenzen van de conformiteit doorbreken in een industrie die al lang vergeten is wat plezier maken betekent.”
Dat heeft gevolgen: ‘music and wine pairings (Paradisi is fan), ‘wine and cake pairings’, wijn in blik, roze rebellen en drie mannen in bad (met badeend). Maar ook: de unieke terroir en smaak van de Franschhoek vallei vertegenwoordigd in kwaliteitswijnen voor elke smaak, combinatie en gelegenheid. Waar een weg is, is een wijn… exclusief bij Paradisi!
